hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28

Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 18 BasisBijbel (BB)

De vraag wie het belangrijkste is

1. Op dat moment kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen Hem: "Wie is de belangrijkste in het Koninkrijk van God?"

2. Jezus riep een kind naar Zich toe. Hij zette het kind midden in de kring en zei:

3. "Luister goed! Ik zeg jullie: als jullie niet veranderen en gaan geloven als een kind, zullen jullie het Koninkrijk van God niet kunnen binnengaan.

4. Mensen die net zo willen zijn als een kind, zijn de belangrijkste mensen in het Koninkrijk van God.

5. En als je gastvrij bent voor een kind omdat je bij Mij hoort, ben je [ eigenlijk ] gastvrij voor Mij."

6. [ Jezus zei: ] "Maar pas op als je één van deze kleintjes die in Mij geloven, overhaalt om slechte dingen te doen. Het zou dan beter voor je zijn geweest, als je met een grote steen om je nek in zee was gegooid [ dan dat je daarvoor de straf moet dragen ].

Mensen die anderen overhalen om slechte dingen te doen, zullen worden gestraft

7. Het zal slecht aflopen met de mensen die anderen overhalen om slechte dingen te doen. Ja, de mensen doen slechte dingen, dat kan niet anders. Maar het zal slecht aflopen met de mensen die hen daartoe hebben overgehaald."

8. [ Jezus zei: ] "En als je in de verleiding komt om met je hand of je voet iets slechts te doen, hak hem dan liever af en gooi hem weg. Dan ga je met maar één hand of voet het eeuwige leven binnen. Maar dat is beter dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur [ van de hel ] gegooid te worden.

Verleiding tot ongehoorzaamheid aan God

9. En als je door iets wat je ziet in de verleiding komt om iets slechts te doen, ruk je oog dan liever uit en gooi het weg. Dan ga je met maar één oog het eeuwige leven binnen. Maar dat is beter dan met twee ogen in het vuur van de hel gegooid te worden."

10. [ Jezus zei: ] "Let er goed op dat jullie niet doen alsof de kleine kinderen helemaal niet meetellen. Want Ik zeg jullie dat hun engelen aldoor erg dicht bij mijn hemelse Vader mogen komen.

Het verhaal van het weggelopen schaap

11. De Mensenzoon is gekomen om iedereen die verloren gaat, te redden.

12. Stel dat iemand 100 schapen heeft, en één schaap loopt bij de kudde weg. Wat zal hij dan doen? Wat denken jullie? Ik weet zeker dat hij de 99 schapen op de berg zal achterlaten om het weggelopen schaap te gaan zoeken.

13. En luister goed: als hij het dan vindt, is hij veel blijer over dat ene schaap dat hij weer heeft gevonden, dan over de 99 schapen die niet waren weggelopen.

14. Zo wil ook jullie hemelse Vader niet dat ook maar één van deze kinderen verloren gaat."

15. [ Jezus zei: ] "Als iemand verkeerd tegen je heeft gedaan, ga dan naar hem toe en praat met hem onder vier ogen. Als hij naar je luistert, heb je hem gered.

Help elkaar God te dienen

16. Als hij niet naar je wil luisteren, ga dan met nog één of twee mensen naar hem toe. Want als twee of drie mensen hem zeggen dat hij verkeerd heeft gedaan, dan hebben ze gelijk.

17. Maar als hij ook naar hen niet wil luisteren, moet je het aan de gemeente vertellen. Als hij ook niet naar de gemeente wil luisteren, moet je hem behandelen als een ongelovig of slecht mens."

18. [ Jezus zei: ] "Luister goed! Ik zeg jullie dat alles wat jullie op de aarde binden, gebonden is in de geestelijke wereld. En alles wat jullie op aarde vrijmaken, is vrijgemaakt in de geestelijke wereld.

Gebed

19. Luister goed! Ik zeg jullie dat als twee van jullie op de aarde samen om iets bidden, dan zullen ze het krijgen van mijn hemelse Vader.

20. Want als twee of drie mensen die bij Mij horen, bij elkaar zijn, dan ben Ik daar Zelf ook."

Vergeving

21. Petrus kwam naar Jezus toe en vroeg: "Heer, hoe vaak moet ik iemand vergeven als hij iets verkeerds tegen mij doet? Zeven keer?"

22. Jezus zei tegen hem: "Ik zeg je: niet zeven keer, maar 70 keer zeven keer.

23. Je kan het Koninkrijk van God vergelijken met een koning die besloot geld terug te eisen van de dienaren die hem nog geld moesten terugbetalen.

24. Toen hij daarmee begon, werd er een dienaar bij hem gebracht die hem nog 10.000 talenten [ (ongeveer 300.000 kilo goud, dus miljoenen Euro's) ] moest betalen.

25. Maar de dienaar had zoveel geld niet. Daarom gaf zijn heer het bevel dat de dienaar als slaaf moest worden verkocht, met zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had. Want dan zou er geld zijn om hem [ iets ] terug te kunnen betalen.

26. Maar de dienaar liet zich voor de koning op zijn knieën vallen en smeekte hem: 'Heer, geef me nog even de tijd! Dan zal ik u alles terugbetalen!'

27. De koning kreeg medelijden met hem. Hij liet hem gaan en zei dat hij niets meer hoefde te betalen.

28. Toen die dienaar wegging, ging hij naar een andere dienaar die hem nog 100 penningen [ (een paar Euro) ] moest betalen. Hij greep hem bij de keel en zei: 'Betaal me onmiddellijk!'

29. Toen liet die dienaar zich voor hem op zijn knieën vallen en smeekte: 'Geef me nog even de tijd! Dan zal ik je alles terugbetalen!'

30. Maar hij wilde niet luisteren. Hij ging weg en liet de andere dienaar in de gevangenis zetten, totdat hij alles zou hebben betaald.

31. De andere dienaren zagen wat er gebeurde. Ze werden heel boos en vertelden het aan de koning.

32. De koning riep hem bij zich en zei tegen hem: 'Schurk! Ik kreeg nog een heel groot bedrag van jou. Maar toen je mij om geduld smeekte, heb ik jou gezegd dat je me niets meer hoefde te betalen.

33. Want ik had medelijden met je. Had jij dan geen medelijden moeten hebben met die andere dienaar?'

34. Hij was woedend op hem en liet hem naar de martelkamer brengen. Daar moest hij blijven totdat hij alles zou hebben betaald.

35. Dat zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen als jullie andere mensen niet met je hele hart willen vergeven."