Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 13:34-39 BasisBijbel (BB)

34. Jezus vertelde alles aan de grote groepen mensen in de vorm van verhalen. Hij vertelde hun niets op een andere manier.

35. Zo gebeurde wat een profeet vroeger al had gezegd: 'Ik zal in de vorm van verhalen tot hen spreken. Zo zal Ik bekend maken wat vanaf het begin van de wereld nog geheim gehouden was.'

36. Toen liet Hij alle mensen vertrekken en ging naar huis.Jezus' leerlingen kwamen Hem vragen: "Wilt U ons het verhaal van het onkruid in de akker uitleggen?"

37. Hij antwoordde: "De man die het goede zaad zaait, is de Mensenzoon.

38. De akker is de wereld. Het goede zaad zijn de mensen die bij het Koninkrijk horen. Het onkruid zijn de mensen die bij de duivel horen.

39. De vijand die het onkruid heeft gezaaid, is de duivel. De oogst is de dag dat God een einde aan deze wereld maakt. De maaiers zijn de engelen.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 13