Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 1:1-17 BasisBijbel (BB)

1. Dit is de lijst van voorouders van Jezus Christus. Hij is de zoon van [ koning ] David, die uit de familie van Abraham is.

2. Abraham kreeg een zoon: Izaäk. Izaäk kreeg een zoon: Jakob. Jakob kreeg zonen: Juda en zijn broers.

3. Juda kreeg twee zonen: Perez en Zera. Hun moeder was Tamar. Perez kreeg een zoon: Hezron. Hezron kreeg een zoon: Aram.

4. Aram kreeg een zoon: Aminadab. Aminadab kreeg een zoon: Nahesson. Nahesson kreeg een zoon: Salmon.

5. Salmon kreeg een zoon: Boaz. Boaz' moeder was Rachab. Boaz kreeg een zoon: Obed. Obeds moeder was Ruth. Obed kreeg een zoon: Isaï.

6. Isaï kreeg een zoon: David, die later koning werd. [ Koning ] David kreeg een zoon: Salomo. De moeder van Salomo was de vrouw van Uria.

7. Salomo kreeg een zoon: Rehabeam. Rehabeam kreeg een zoon: Abia. Abia kreeg een zoon: Asa.

8. Asa kreeg een zoon: Josafat. Josafat kreeg een zoon: Joram.

9. Joram kreeg een zoon: Uzzia. Uzzia kreeg een zoon: Jotam. Jotam kreeg een zoon: Achaz.

10. Achaz kreeg een zoon: Hizkia. Hizkia kreeg een zoon: Manasse. Manasse kreeg een zoon: Amon. Amon kreeg een zoon: Josia.

11. Josia kreeg zonen: Joahaz en zijn broers, toen de bewoners van het koninkrijk Juda gevangen meegenomen werden naar het land Babylonië .

12. Nadat ze gevangen meegenomen waren naar Babylonië, kreeg Joahaz een zoon: Sealtiël. Sealtiël kreeg een zoon: Zerubbabel .

13. Zerubbabel kreeg een zoon: Abiud. Abiud kreeg een zoon: Eljakim. Eljakim kreeg een zoon: Azor.

14. Azor kreeg een zoon: Zadok. Zadok kreeg een zoon: Achim.

15. Achim kreeg een zoon: Eliud. Eliud kreeg een zoon: Eleazar. Eleazar kreeg een zoon: Mattan.

16. Mattan kreeg een zoon: Jakob. Jakob kreeg een zoon: Jozef, die later met Maria trouwde. En uit Maria is Jezus geboren. Hij wordt de Christus genoemd.

17. Van Abraham tot David zijn 14 voorvaders. En van David tot het moment dat het volk van Juda gevangen werd meegenomen naar Babylonië zijn 14 voorvaders. En vanaf het moment dat het volk van Juda gevangen werd meegenomen naar Babylonië tot aan Christus zijn ook 14 voorvaders.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 1