Oude Testament

Nieuwe Testament

Markus 12:4-9 BasisBijbel (BB)

4. Hij stuurde een andere dienaar, maar die sloegen ze op zijn hoofd en ze mishandelden hem.

5. Hij stuurde weer een andere dienaar, maar die doodden zij. Hij stuurde nog een heel aantal dienaren, die ze sloegen of doodden.

6. Toen had hij alleen nog zijn zoon, van wie hij heel veel hield. Tenslotte stuurde hij deze zoon naar hen toe. Hij dacht: 'Mijn zoon zullen ze niets durven doen.'

7. Maar de wijnboeren zeiden tegen elkaar: 'Daar heb je de man die straks de wijngaard zal erven. Laten we hem doden, dan is de wijngaard van óns.'

8. En ze grepen de zoon, doodden hem en gooiden hem de wijngaard uit.

9. Wat zal de eigenaar van de wijngaard doen? Hij zal zelf komen en die wijnboeren doden. En hij zal de wijngaard aan andere wijnboeren verhuren.

Lees verder hoofdstuk Markus 12