Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 8:30-33 BasisBijbel (BB)

30. Jezus vroeg hem: "Hoe heet je?" Hij zei: "Ik heet 't Leger." Hij zei dat, omdat er heel veel geesten in hem zaten.

31. De geesten smeekten Hem dat Hij hen niet naar de bodemloze put zou sturen.

32. Nu werd er op de berg een kudde varkens gehoed. En de geesten smeekten Hem of ze in de varkens mochten gaan. Dat vond Hij goed.

33. De geesten vertrokken uit de man en gingen in de varkens. En de hele kudde sloeg op hol. De varkens stortten van de steile berghelling af, het meer in. Alle dieren verdronken.

Lees verder hoofdstuk Lukas 8