Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 6:30-38 BasisBijbel (BB)

30. Als iemand iets van je wil lenen of van je afpakt, geef het hem dan en vraag het niet terug.

31. Behandel andere mensen op dezelfde manier als je zelf behandeld zou willen worden.

32. Als je alleen houdt van je vrienden, wat is daar dan voor bijzonders aan? Want ook slechte mensen houden van hun vrienden.

33. En als je iets goeds doet voor iemand die iets goeds doet voor jou, wat is daar dan voor bijzonders aan? Ook slechte mensen doen dat.

34. En als je alleen iets wil uitlenen aan iemand van wie je het ook weer terug zal krijgen, wat is daar dan voor bijzonders aan? Ook slechte mensen lenen aan andere slechte mensen om weer evenveel terug te willen krijgen.

35. Nee, houd van je vijanden en wees goed voor hen. Leen iets uit zonder te verwachten dat je het terug zal krijgen. Dan zul je een grote beloning krijgen en een kind van de Allerhoogste God zijn. Want Hij is óók goed voor de ondankbare en slechte mensen.

36. Wees vriendelijk, net zoals jullie Vader vriendelijk is.

37. Oordeel niemand. Dan zul jij ook niet geoordeeld worden. Veroordeel niemand. Dan zul jij ook niet veroordeeld worden. Laat los, dan zul jij ook losgelaten worden.

38. Geef, dan zal er ook aan jou gegeven worden: een goed gevulde, aangedrukte, geschudde, overlopende maatbeker zullen de mensen je geven. Want de maat waarmee jij andere mensen meet, daarmee zul jij ook gemeten worden."

Lees verder hoofdstuk Lukas 6