Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 19:35-38 BasisBijbel (BB)

35. Ze brachten het dier naar Jezus, legden hun mantels over de rug van de ezel en hielpen Jezus er op.

36. Zo reisde Hij verder. En ze spreidden hun mantels vóór Hem op de weg uit.

37. Toen Hij vlak bij Jeruzalem kwam, bij de helling van de Olijfberg, begon de grote groep leerlingen die achter Jezus aan kwam, luid God te prijzen. Zó blij waren ze over alle wonderen die ze hadden gezien.

38. Ze riepen: "Gods zegen op de Koning die door de Heer is gestuurd! Vrede in de hemel! Eer in de hoogste hemel!"

Lees verder hoofdstuk Lukas 19