Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 19:17-24 BasisBijbel (BB)

17. De edelman zei tegen hem: 'Goed gedaan! Je bent een goede dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daarmee ben je goed omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven: je krijgt het bestuur over tien steden.'

18. De tweede dienaar kwam en zei: 'Heer, met uw pond heb ik nog vijf ponden bijverdiend.'

19. De edelman zei ook tegen hem: 'Jij krijgt het bestuur over vijf steden.'

20. De volgende kwam en zei: 'Heer, hier is het pond dat u mij had gegeven. Ik heb het in een doek gestopt en zo bewaard.

21. Want ik was bang voor u omdat u zo streng bent. U neemt wat u niet heeft weggelegd en u maait waar u niet heeft gezaaid.'

22. De edelman zei tegen hem: 'Ik zal je veroordelen met de woorden van je eigen mond, jij slechte dienaar! Je zegt dat ik streng ben. Je zegt dat ik neem wat ik niet heb weggelegd en dat ik maai wat ik niet heb gezaaid.

23. Als je dat wist, waarom heb je mijn geld dan niet naar de bank gebracht? Dan had ik het nu met rente kunnen ophalen.'

24. En hij zei tegen de mensen die bij hem stonden: 'Neem hem het geld af. Geef het aan de man die tien ponden heeft.'

Lees verder hoofdstuk Lukas 19