Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 18:14-20 BasisBijbel (BB)

14. Ik zeg jullie: deze belasting-ontvanger had van God vergeving gekregen toen hij weer naar huis ging. Maar de Farizeeër niet. Want als iemand zichzelf heel belangrijk vindt, zal hij worden vernederd. Maar als iemand heel bescheiden over zichzelf denkt, zal hij worden geëerd."

15. De mensen brachten ook hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen. Toen de leerlingen dat zagen, stuurden ze hen weg.

16. Maar Jezus riep de kinderen naar Zich toe en zei: "Laat de kinderen naar Mij toe komen en houd ze niet tegen. Want het Koninkrijk van God is voor mensen die zijn zoals zij.

17. Luister goed! Ik zeg jullie: als je het Koninkrijk van God niet aanneemt zoals een kind dat doet, kun je het niet binnen gaan."

18. Een [ rijk, ] belangrijk man vroeg aan Jezus: "Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?"

19. Jezus zei tegen hem: "Waarom noem je Mij 'goed'? Er is er maar Eén die goed is, en dat is God.

20. Je kent de leefregels van de wet [ van Mozes ]: 'Wees trouw aan je vrouw, dood niemand, steel niet, vertel geen leugens over anderen, heb respect voor je vader en moeder [ en zorg voor hen ].' "

Lees verder hoofdstuk Lukas 18