Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 17:5-12 BasisBijbel (BB)

5. De twaalf leerlingen zeiden tegen de Heer Jezus: "Geef ons meer geloof!"

6. De Heer zei: "Je geloof hoeft maar zo groot te zijn als een mosterdzaadje. Als je dan tegen deze boom zou zeggen: 'Kom met wortels en al uit de grond en ga in de zee staan,' dan zou hij je gehoorzamen."

7. [ Jezus zei: ] "Stel dat je een knecht hebt, die voor je ploegt of je vee hoedt. Als hij van het land thuiskomt, zou je dan tegen hem zeggen: 'Kom maar gauw bij me aan tafel zitten'?

8. Nee, je zegt: 'Maak mijn eten klaar en bedien mij, tot ik klaar ben met de maaltijd. Daarna mag je zelf eten en drinken.'

9. Zul je je knecht ervoor bedanken dat hij deed wat je hem had bevolen? Nee, dat doe je niet.

10. Hetzelfde geldt voor jullie. Dus als jullie alles hebben gedaan wat jullie bevolen is, moeten jullie zeggen: 'We zijn maar knechten. We hebben gewoon gedaan wat we moesten doen.' "

11. Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door Samaria en Galilea.

12. Toen Hij ergens in een dorp was, kwamen daar tien mannen naar Hem toe die een besmettelijke huidziekte hadden. Ze bleven op een afstand staan.

Lees verder hoofdstuk Lukas 17