Oude Testament

Nieuwe Testament

Lukas 1:58-77 BasisBijbel (BB)

58. Haar buren en familie hoorden dat God zo goed voor haar was geweest. Ze waren heel erg blij voor haar.

59. Toen het kind acht dagen oud was, kwamen er mensen om het kind te besnijden . Ze wilden het kind net als zijn vader 'Zacharias' noemen.

60. Maar Elizabet zei: "Nee, hij moet Johannes heten."

61. Ze zeiden tegen haar: "Maar niemand in je familie heet zo!"

62. Ze gebaarden tegen de vader dat hij moest beslissen hoe het kind moest heten.

63. Hij vroeg om een schrijfplankje. En hij schreef op: "Hij heet Johannes." Iedereen was erg verbaasd.

64. Op dat moment kon Zacharias weer spreken en hij prees God.

65. Iedereen in hun omgeving was erg onder de indruk van wat God had gedaan. In het hele bergland van Judea werd er over gepraat.

66. Iedereen die het hoorde, vroeg zich af: "Wat zal dat kind voor iemand worden?" En God was met hem.

67. Vader Zacharias werd vol van de Heilige Geest en profeteerde:

68. "Prijs de Heer, de God van Israël. Want Hij is ons niet vergeten. Hij heeft ons iemand gegeven die ons zal redden en bevrijden.

69. Hij heeft een machtige Redder gegeven, uit de familie van zijn dienaar [ koning ] David.

70. Dat is ook wat Hij al vanaf het begin van de wereld beloofd heeft door de heilige profeten.

71. Hij had beloofd dat Hij ons zou redden van onze vijanden. Hij zou ons bevrijden uit de macht van de mensen die ons haten.

72. Hij beloofde dat Hij vriendelijk en goed zou zijn voor onze voorouders en dat Hij zou doen wat Hij hun had beloofd.

73. Hij zou het heilige verbond dat Hij plechtig met onze vader Abraham had gesloten, niet vergeten.

74. Hij zou ons redden uit de macht van onze vijanden, zodat we Hem zonder vrees zouden kunnen dienen.

75. Hij beloofde dat we ons leven lang dicht bij Hem zouden mogen leven om Hem te dienen. Hij zou ervoor zorgen dat we kunnen leven zoals Hij het wil, zodat we werkelijk zijn volk zouden zijn.

76. En jij, mijn kind, zal een profeet van de Allerhoogste God worden genoemd. Want je zal voor de Heer uit gaan om de weg voor Hem vrij te maken.

77. Je zal aan zijn volk vertellen hoe ze gered kunnen worden en hoe ze vergeving kunnen krijgen voor hun ongehoorzaamheid aan God.

Lees verder hoofdstuk Lukas 1