Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 19:1-5 BasisBijbel (BB)

1. Toen nam Pilatus Jezus mee en liet Hem zweepslagen geven.

2. En de soldaten vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ook deden ze Hem een paarse mantel om.

3. Ze liepen naar Hem toe en zeiden: "Wij groeten U, koning van de Joden!" En ze sloegen Hem in zijn gezicht.

4. Pilatus kwam weer naar buiten en zei tegen de mensen: "Jullie mogen Hem weer hebben, want volgens mij heeft Hij helemaal geen kwaad gedaan."

5. Toen werd Jezus naar buiten gebracht met de doornenkroon op en de paarse mantel om. Pilatus zei: "Zie die mens eens!"

Lees verder hoofdstuk Johannes 19