Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 13:16-26 BasisBijbel (BB)

16. Luister goed! Ik zeg jullie dat een dienaar niet belangrijker is dan zijn heer. En een boodschapper is niet belangrijker dan de man die hem heeft gestuurd.

17. Het is heerlijk voor jullie als jullie dat begrijpen en je ook zo gedragen.

18. Ik heb het niet over jullie allemaal. Ik weet wie Ik heb uitgekozen. Maar wat in de Boeken al is gezegd, gaat nu gebeuren: [ In de Psalmen staat: ] 'Hij die altijd met Mij at, is mijn vijand geworden.'

19. Ik zeg het jullie nu, van tevoren, vóórdat het gebeurt. Zo zullen jullie, op het moment dat dit gebeurt, geloven dat IK [ het ] BEN.

20. Luister goed! Ik zeg jullie: als je iemand ontvangt die door Mij is gestuurd, ontvang je [ eigenlijk ] Mij. En als je Mij ontvangt, ontvang je [ eigenlijk ] Hem die Mij gestuurd heeft."

21. Nadat Jezus dat had gezegd, werd Hij verdrietig. Hij zei: "Luister goed! Eén van jullie zal Mij verraden."

22. De leerlingen keken elkaar aan, onzeker over wie Hij het had.

23. Jezus' beste vriend zat vlak naast Jezus aan tafel.

24. Simon Petrus zei tegen hem: "Vraag jij eens aan Jezus over wie Hij het heeft?"

25. De leerling boog zich dicht naar Jezus toe en vroeg Hem: "Heer, wie bedoelt U?"

26. Jezus antwoordde: "Ik bedoel de man aan wie Ik dit stuk brood geef nadat Ik het ingedoopt heb." Hij doopte een stuk brood in [ de saus ] en gaf het aan Judas Iskariot, de zoon van Simon.

Lees verder hoofdstuk Johannes 13