Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 13:12-23 BasisBijbel (BB)

12. Toen Hij hun voeten had gewassen, trok Hij zijn bovenkleren weer aan. Toen ging Hij bij hen aan tafel zitten. Hij vroeg: "Begrijpen jullie wat Ik heb gedaan?

13. Jullie noemen Mij 'Meester' en 'Heer.' Dat is goed, want dat BEN IK ook.

14. Ik, jullie Heer en Meester, heb [ dus ] jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen.

15. Want Ik heb jullie een voorbeeld gegeven. Jullie moeten hetzelfde doen als Ik.

16. Luister goed! Ik zeg jullie dat een dienaar niet belangrijker is dan zijn heer. En een boodschapper is niet belangrijker dan de man die hem heeft gestuurd.

17. Het is heerlijk voor jullie als jullie dat begrijpen en je ook zo gedragen.

18. Ik heb het niet over jullie allemaal. Ik weet wie Ik heb uitgekozen. Maar wat in de Boeken al is gezegd, gaat nu gebeuren: [ In de Psalmen staat: ] 'Hij die altijd met Mij at, is mijn vijand geworden.'

19. Ik zeg het jullie nu, van tevoren, vóórdat het gebeurt. Zo zullen jullie, op het moment dat dit gebeurt, geloven dat IK [ het ] BEN.

20. Luister goed! Ik zeg jullie: als je iemand ontvangt die door Mij is gestuurd, ontvang je [ eigenlijk ] Mij. En als je Mij ontvangt, ontvang je [ eigenlijk ] Hem die Mij gestuurd heeft."

21. Nadat Jezus dat had gezegd, werd Hij verdrietig. Hij zei: "Luister goed! Eén van jullie zal Mij verraden."

22. De leerlingen keken elkaar aan, onzeker over wie Hij het had.

23. Jezus' beste vriend zat vlak naast Jezus aan tafel.

Lees verder hoofdstuk Johannes 13