Oude Testament

Nieuwe Testament

Jakobus 3:8-14 BasisBijbel (BB)

8. Maar het lukt geen mens om zijn tong te beheersen! Je tong kan elk moment zulke lelijke dingen zeggen, dat het wel vergif lijkt.

9. Het ene moment prijzen we met onze tong onze God en Vader. Het andere moment zeggen we met diezelfde tong lelijke dingen over de mensen die door God zó gemaakt zijn dat ze op Hem lijken.

10. We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters!

11. Uit een bron komt toch ook niet de ene keer zoet water en de andere keer bitter water?

12. Aan een vijgenboom groeien toch geen olijven, en aan een wijnstruik groeien toch geen vijgen? Net zó kan uit een bron niet zout én zoet water stromen.

13. Vinden jullie jezelf zo wijs en verstandig? Laat dat dan maar eens zien door jullie manier van leven: wees wijs en vriendelijk in alles wat jullie doen.

14. Maar als jullie jaloers op elkaar zijn en alleen maar aan jezelf kunnen denken, schep dan maar niet op dat jullie zo wijs zijn. Dat zijn dan alleen maar leugens.

Lees verder hoofdstuk Jakobus 3