Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 9:20-28 BasisBijbel (BB)

20. Daarbij zei hij: "Dit bloed is het teken dat God Zich zal houden aan het verbond dat Hij met ons heeft gesloten."

21. Ook de tent en alle voorwerpen voor de aanbidding van God besprenkelde hij met bloed.

22. En bijna alles wordt onder de wet van Mozes met bloed gereinigd. Zonder bloed is er geen vergeving.

23. De afbeeldingen van de hemelse dingen moesten dus [ met bloed ] worden gereinigd. Maar de hemelse dingen zélf moesten met een beter offer worden gereinigd[ , namelijk met het bloed van Christus ].

24. Want Christus is niet binnen gegaan in het heiligdom dat door mensen is gemaakt. Hij ging niet het heiligdom binnen dat een afbeelding is van het echte, hemelse heiligdom. Nee, Hij is in de hemel zelf binnen gegaan om God te dienen. Dat deed Hij om ons te redden.

25. Elk jaar opnieuw gaat de hogepriester het heiligdom binnen met dierenbloed. Maar Jezus kwam niet om Zichzelf vaak te offeren.

26. Want dan zou Hij heel vaak hebben moeten lijden sinds de aarde is gemaakt. Maar nu, aan het eind van de tijd, is Hij éénmaal gekomen om door zijn offer alle ongehoorzaamheid van ons weg te nemen.

27. De mensen sterven éénmaal, en worden dan geoordeeld.

28. Zo is ook Christus éénmaal gestorven. Hij heeft Zichzelf éénmaal geofferd om [ de straf voor ] de ongehoorzaamheid van de mensen op Zich te nemen. Als Hij voor de tweede keer komt, komt Hij niet meer om Zichzelf voor onze ongehoorzaamheid te offeren. Dan komt Hij om de mensen die op Hem vertrouwen voor hun redding, helemaal te bevrijden.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 9