Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 9:1-6 BasisBijbel (BB)

1. Ook het eerste verbond had regels voor de aanbidding van God. En er hoorde een heiligdom op aarde bij.

2. Want er was een tent opgezet, waarvan het voorste gedeelte de 'heilige kamer' werd genoemd. Daarin stonden de kandelaar en de tafel met de heilige broden.

3. En er hing een gordijn met daarachter nóg een ruimte. Die ruimte werd de 'allerheiligste kamer' genoemd.

4. Daar stonden een gouden altaar voor de wierook-offers, en de kist van het verbond die helemaal met goud bedekt was. In die kist lagen een gouden kruik met manna, de staf van Aäron die had gebloeid, en de platte stenen van het verbond.

5. Op de kist stonden de gouden engelen die hun vleugels uitspreidden over het vergevings-deksel. Zij verborgen Gods aanwezigheid. Maar over deze dingen wil ik het nu niet hebben.

6. Zo was de tent dus ingericht. De priesters kwamen steeds in het voorste deel van de tent om God te dienen.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 9