hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13

Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 8 BasisBijbel (BB)

Jezus' offer is beter dan de offers van het oude verbond

1. Waar het om gaat is dit: wij hebben een Hogepriester die in de hemel naast God op de troon zit.

2. Daar dient Hij God in het heiligdom, in de echte [ hemelse ] tent van het verbond. Die tent is door de Heer gebouwd en niet door mensen.

3. De taak van elke hogepriester is om offers te brengen. Daarom moest ook deze Hogepriester een offer brengen.

4. Op aarde zou Hij trouwens niet eens priester zijn. Want er zijn hier al priesters om volgens de regels van de wet [ van Mozes ] offers te brengen.

5. Deze priesters doen dat in een heiligdom dat een afbeelding en een schaduw is van het echte [ hemelse ] heiligdom. Dat weten we doordat God tegen Mozes heeft gezegd: "Let op, Mozes, dat je de hele tent van ontmoeting precies maakt zoals Ik je op de berg heb laten zien."

6. Maar Jezus kreeg een veel belangrijker taak [ dan de priesters ], omdat het verbond dat Hij ging sluiten een veel beter verbond is. Dat verbond is beter, omdat er betere beloften bij horen.

7. Als het eerste verbond volmaakt was geweest, had er geen tweede verbond gesloten hoeven worden.

8. Maar Hij heeft tegen de Israëlieten gezegd: "Op een dag, zegt de Heer, zal Ik met het koninkrijk Israël en met het koninkrijk Juda een nieuw verbond sluiten.

9. Het zal een ander verbond zijn dan het verbond dat Ik met hun voorouders heb gesloten. Dat was toen Ik hen bij de hand nam en uit Egypte bevrijdde. Maar zij hebben zich niet aan dat verbond gehouden. Daarom wilde Ik niet meer voor hen zorgen.

10. Maar het nieuwe verbond dat Ik later zal sluiten, zal anders zijn: Ik zal mijn wet [ niet meer in steen, maar ] in hun binnenste schrijven, in hun hart en in hun verstand. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.

11. Dan zullen ze elkaar niet meer hoeven te leren wie Ik ben. Want iedereen, van hoog tot laag, zal Mij kennen.

12. Ik zal al hun ongehoorzaamheid vergeven. Ik zal er zelfs niet meer aan denken."

13. Als God spreekt over een nieuw verbond, houdt dat in dat het oude verbond verouderd is. En iets wat verouderd is en niet meer geldig is, wordt afgedankt.