Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 7:3-5 BasisBijbel (BB)

3. Verder wordt er niets over hem gezegd. Zo is hij zonder vader, zonder moeder, zonder voorouders of kinderen, zonder begin van zijn leven en zonder eind van zijn leven. Hij is daarmee gelijk aan de Zoon van God en blijft voor altijd priester.

4. Abraham, de voorvader van het volk Israël, gaf aan deze man een tiende deel van de buit. Dat betekent dat Melchizédek een heel belangrijk persoon was.

5. Volgens de wet van Mozes moet het volk tienden geven aan de priesters. De priesters zijn altijd mannen uit de stam van Levi. Zij krijgen dus tienden van hun volksgenoten, die net als de stam van Levi van Abraham afstammen.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 7