Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 4:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Zorg er dus voor dat jullie wél die rust binnengaan. Zorg ervoor dat het niet lijkt alsof jullie achterblijven. Want de belofte dat we in Gods rust kunnen binnengaan, bestaat nog steeds.

2. [ Het zit namelijk zo: ] Eerst is het goede nieuws aan hén verteld. Maar ze hebben er niets aan gehad, omdat ze het niet geloofden. Nu is het goede nieuws ook aan óns verteld.

3. Maar wíj hebben het geloofd, en daarom gaan wij die rust wél binnen. Want tegen hen die níet geloofden, heeft God gezegd: "Daarom heb Ik in mijn boosheid gezworen: 'Nooit zullen zij mijn rust binnengaan.' " En toch ligt zijn plan om hun die rust te geven al klaar vanaf het moment dat Hij de aarde maakte.

4. Want God heeft ergens van de zevende dag gezegd: "God rustte op de zevende dag van al zijn werk."

5. Maar ergens anders: "Zíj zullen nooit mijn rust binnengaan."

6. Toch zijn er dus mensen die wél die rust kunnen binnengaan. Want dat is wat God had beloofd. Maar de mensen die het goede nieuws het eerst hebben gehoord, zijn die rust niet binnen gegaan. En dat kwam door hun ongehoorzaamheid.

7. Daarom geeft God de mensen een nieuwe kans. En Hij geeft die kans vandaag. Want veel later zegt Hij door David [ in de Psalmen ], zoals hierboven staat: "Als jullie Mij vandaag horen spreken, wees dan niet koppig en ongehoorzaam."

8. Jozua heeft hen kennelijk niet in Gods rust binnengebracht. Want dan zou God later niet hebben gezegd dat 'vandaag' de tijd is gekomen om Gods rust binnen te gaan.

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 4