Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 9:7-10 BasisBijbel (BB)

7. De mannen die met hem meereisden, waren stomverbaasd. Want ze hoorden wel de stem, maar zagen niemand.

8. Saulus stond van de grond op. Maar toen hij zijn ogen opendeed, kon hij niets zien. Ze namen hem bij de hand en brachten hem naar Damaskus.

9. Drie dagen lang kon hij niet zien. En hij at niets en dronk niets.

10. In Damaskus woonde een leerling [ van Jezus ] die Ananias heette.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 9