Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 4:29-35 BasisBijbel (BB)

29. Hoor nu, Heer, hoe ze ons bedreigen. Geef ons de moed om vol geloof en zonder vrees uw woord te spreken.

30. Doe alstublieft grote wonderen en genees mensen door uw heilige Zoon Jezus."

31. Terwijl ze zo baden, beefde het huis waar ze waren. En ze werden allemaal vol van de Heilige Geest. En vol geloof en zonder vrees vertelden ze het woord van God aan de mensen.

32. De mensen die in Jezus gingen geloven, waren één van hart en ziel. En niemand zei dat iets alleen van hemzelf was. Iedereen deelde alles met de anderen.

33. De apostelen vertelden met grote kracht over Jezus' opstanding uit de dood. Gods liefde en kracht waren duidelijk op hen allemaal aanwezig.

34. En niemand van hen was arm. Want iedereen die akkers of huizen bezat, verkocht die en bracht het geld naar de apostelen.

35. Aan iedereen werd uitgedeeld naar wat hij nodig had.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 4