Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 25:1-13 BasisBijbel (BB)

1. Festus kwam in de provincie aan. Drie dagen later ging hij van Cesarea naar Jeruzalem.

2. De hogepriester, de leiders van de priesters en de belangrijkste Joden gingen naar hem toe. Ze leverden bij hem hun beschuldigingen tegen Paulus in.

3. Ze hoopten dat hij hun wel een plezier zou willen doen en dat hij Paulus naar Jeruzalem zou laten komen. Dan konden ze Paulus onderweg vermoorden.

4. Maar Festus antwoordde dat Paulus in Cesarea in de gevangenis zou blijven. Ook zou hij zelf binnenkort weer naar Cesarea gaan.

5. Hij zei: "De mensen die Paulus willen beschuldigen, kunnen meereizen. Dan kunnen ze hem dáár beschuldigen als hij iets slechts heeft gedaan."

6. Hij bleef niet langer dan acht of tien dagen bij hen. Toen vertrok hij naar Cesarea. De volgende dag zou hij rechtspreken. Hij gaf het bevel Paulus te brengen.

7. Paulus kwam binnen en de Joden die uit Jeruzalem waren gekomen, gingen om hem heen staan. Ze beschuldigden hem van erge dingen, maar ze konden niets bewijzen.

8. Paulus verdedigde zich door te zeggen: "Ik heb niets verkeerds gedaan. Niet tegen de wet van de Joden, niet tegen de tempel, en niet tegen de keizer."

9. Maar Festus wilde de Joden graag een plezier doen. Daarom zei hij tegen Paulus: "Wil je naar Jeruzalem gaan en dáár voor deze dingen terechtstaan? Dan zal ik daar over je rechtspreken."

10. Paulus zei: "Ik sta voor de rechtbank van de keizer. Dáár moet ik terechtstaan. Want tegen de Joden heb ik niets misdaan. Dat weet u zelf ook heel goed.

11. Als ik schuldig ben en de doodstraf verdien, verzet ik mij daar niet tegen. Maar als er niets waar is van de dingen waarvan ze mij beschuldigen, dan kan niemand mij aan hen uitleveren om hun een plezier te doen. Ik wil dat de keizer zelf over mij rechtspreekt!"

12. Festus overlegde met de Vergadering. Toen antwoordde hij Paulus: "Jij wil dat de keizer over jou rechtspreekt. Goed, je zal naar de keizer gaan!"

13. Een paar dagen later kwamen koning Agrippa en zijn vrouw Bernice naar Cesarea om Festus te begroeten.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 25