Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 24:8-11 BasisBijbel (BB)

8. Hij beval dat de mensen die hem beschuldigen, naar u toe moesten gaan. Als u Paulus hierover verhoort, zult u zelf van hem kunnen horen dat deze beschuldigingen waar zijn."

9. En de Joden zeiden dat ze het hier helemaal mee eens waren.

10. Felix wenkte naar Paulus dat het zijn beurt was om iets te zeggen. Paulus zei: "Ik weet dat u al jarenlang rechter over dit volk bent. Daarom verdedig ik mijzelf met goede moed.

11. U kan zelf nagaan dat het pas twaalf dagen geleden is dat ik naar Jeruzalem ben gegaan. Ik wilde gaan aanbidden in de tempel.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 24