Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 24:12-25 BasisBijbel (BB)

12. Ze hebben mij niet in de tempel met iemand zien ruziemaken. Ze hebben me daar ook geen rel zien veroorzaken. Ook niet in de synagogen of ergens anders in de stad.

13. Ze kunnen niets bewijzen van de dingen waar ze mij van beschuldigen.

14. Maar ik geef toe dat ik inderdaad bij die 'weg' hoor die zij een sekte noemen. Want dat is de manier waarop ik de God van onze voorouders aanbid. Ik geloof alles wat er in de Boeken van Mozes en van de profeten staat.

15. Ik geloof en verwacht net als zij, dat goede én slechte mensen uit de dood zullen opstaan.

16. En ik doe erg mijn best om altijd een zuiver geweten te hebben voor God en voor de mensen.

17. Ik ben jarenlang niet in Jeruzalem geweest. En nu was ik gekomen om een geschenk te brengen aan de arme mensen van mijn volk. Ook wilde ik offers komen brengen in de tempel.

18. Een paar Joden uit Asia zagen mij in de tempel bezig met die offers. Ik was daar rustig bezig, zonder een rel of opstand.

19. Zíj zouden hier moeten staan en mij beschuldigen als ze iets tegen me zouden hebben.

20. En anders moeten déze mensen zeggen wat voor misdaad ik volgens hen heb begaan. Wat voor slechts hebben zij in mij gevonden toen ik voor hun Vergadering stond?

21. Ze kunnen maar één ding tegen mij hebben. Namelijk dat ik tegen de Vergadering heb geroepen: 'Ik moet vandaag terechtstaan omdat ik geloof dat de mensen uit de dood zullen opstaan!' "

22. Maar Felix wist niet zoveel van deze 'weg.' Daarom stelde hij de rechtszitting uit en zei: "Ik wacht tot commandant Lysias hier is. Zodra ik er meer van weet, zal ik een beslissing over je nemen."

23. Hij gaf het bevel om Paulus gevangen te houden, maar minder streng. Ook mochten Paulus' vrienden niet tegengehouden worden als ze hem kwamen bezoeken of hem eten kwamen brengen.

24. Een paar dagen later kwam Felix weer, met zijn Joodse vrouw Drusilla. Hij liet Paulus roepen. Paulus moest hem vertellen over het geloof in Jezus Christus.

25. Maar Paulus sprak ook over rechtvaardigheid en zelfbeheersing, en dat God op een dag over de mensen zal rechtspreken. Toen werd Felix bang. Hij zei: "Voor vandaag is het wel even genoeg. Ga maar. Als ik weer eens tijd heb, laat ik je wel weer komen."

Lees verder hoofdstuk Handelingen 24