Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 22:23-27 BasisBijbel (BB)

23. Ze schreeuwden, zwaaiden met hun kleren en gooiden stof in de lucht.

24. Toen gaf de commandant het bevel om Paulus in de kazerne te brengen. Hij wilde hem zweepslagen laten geven om hem te ondervragen. Want hij wilde weten waarom de mensen zo tegen hem tekeer gingen.

25. De soldaten bonden Paulus met riemen gestrekt vast voor de zweepslagen. Maar Paulus zei tegen de hoofdman die erbij stond: "Mag u zomaar, zonder rechtspraak, een Romein zweepslagen geven?"

26. Toen de hoofdman dat hoorde, ging hij naar zijn commandant en vertelde hem wat Paulus had gezegd. Hij zei: "Wat gaat u doen? Die man is een Romein!"

27. De commandant ging erheen en zei: "Zeg mij eens, ben jij een Romein?"

Lees verder hoofdstuk Handelingen 22