Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 20:10-17 BasisBijbel (BB)

10. Maar Paulus kwam naar beneden en liet zich bovenop de jongen vallen. Hij sloeg zijn armen om hem heen en zei: "Stop met huilen en jammeren, want er is leven in hem."

11. Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna sprak hij nog tot de ochtend met hen.

12. De jongen werd levend naar huis gebracht. De mensen waren heel erg bemoedigd.

13. Maar wij waren alvast met een schip vertrokken. In Assus zouden we op Paulus wachten. Want hij wilde zelf graag te voet naar Assus gaan.

14. In Assus kwam hij bij ons aan boord. Zo voeren we naar Mitylene.

15. De volgende dag voeren we verder naar Chios. De dag daarna staken we van Chios over naar Samos. We overnachtten in Trogyllion. De volgende dag kwamen we in Milete aan.

16. Want Paulus wilde Efeze voorbij varen. Hij wilde geen tijd in Asia verliezen, want hij had haast. Hij wilde namelijk graag met Pinksteren in Jeruzalem zijn.

17. Maar vanuit Milete stuurde hij iemand naar Efeze. Deze man moest de leiders van de gemeente daar vragen om naar Paulus toe te komen.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 20