Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 19:30-35 BasisBijbel (BB)

30. Paulus wilde er naartoe gaan, maar de leerlingen hielden hem tegen.

31. Hij werd zelfs door een paar bestuurders van Asia gewaarschuwd om niet naar het plein te gaan. Ze waren met Paulus bevriend en zeiden hem dat het er te gevaarlijk voor hem was.

32. Op het plein riep de één dit, de ander dat. De hele vergadering was één grote verwarring. De meeste mensen wisten niet eens waarvoor ze waren gekomen.

33. De Joden duwden Alexander naar voren om het woord te doen. Alexander wenkte met zijn hand [ om de mensen stil te krijgen ]. Hij wilde een toespraak beginnen tot het volk, om uit te leggen waarom ze naar het plein waren gekomen.

34. Maar toen de mensen merkten dat hij een Jood was, begonnen ze te schreeuwen: "De Artemis van Efeze is geweldig!" Dat deden ze twee uur lang.

35. Toen wist de schrijver van de stad de mensen weer rustig te krijgen. Hij zei namelijk: "Mannen van Efeze! De hele wereld weet dat de stad Efeze de bewaker is van de tempel van de machtige Artemis en van het beeld dat uit de hemel is gevallen.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 19