Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 15:6-13 BasisBijbel (BB)

6. De apostelen en de leiders van de gemeente vergaderden hierover.

7. Maar ze verschilden van mening en kregen er ruzie over. Toen stond Petrus op en zei tegen hen: "Broeders, jullie weten dat God mij vanaf het begin heeft aangewezen om het goede nieuws aan mensen van andere volken te brengen, zodat ook zij zouden gaan geloven.

8. En God die alle harten kent, heeft hun de Heilige Geest gegeven, net zoals Hij óns de Heilige Geest gegeven heeft.

9. Daarmee liet Hij zien dat Hij geen verschil maakt tussen Joden en niet-Joden, en dat Hij door hun geloof hun hart heeft schoongewassen.

10. Waarom willen jullie dan nu God uitdagen? Want jullie zeggen dat zij zich aan de wet van Mozes moeten gaan houden. Maar dan willen jullie de leerlingen iets laten doen wat wijzelf en onze voorouders niet konden!

11. Maar wij geloven dat we [ niet door de wet van Mozes, maar ] door de liefdevolle goedheid van de Heer Jezus worden gered. En dat geldt dus ook voor hen."

12. Toen werd het weer rustig in de vergadering. Ze luisterden naar Barnabas en Paulus. Die vertelden hun over alle wonderen die God door hen had gedaan bij de niet-Joodse mensen.

13. Toen Barnabas en Paulus klaar waren met vertellen, zei Jakobus: "Broeders, luister naar mij!

Lees verder hoofdstuk Handelingen 15