23. Onmiddellijk werd hij door een engel van de Heer gestraft, omdat hij de eer niet aan God gaf [ maar voor zichzelf hield ]. Hij werd door wormen opgegeten en stierf.
24. En het woord van de Heer groeide en verspreidde zich.
25. Barnabas en Saulus hadden in Jeruzalem het geschenk [ uit Antiochië ] afgegeven. Nu kwamen ze in Antiochië terug. Ze brachten ook Johannes Markus uit Jeruzalem mee. (lees verder)