Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 11:18-25 BasisBijbel (BB)

18. Toen ze dit hoorden, waren ze tevreden en prezen God. Ze zeiden: "Dan heeft God dus ook aan de mensen van de andere volken de mogelijkheid gegeven om het eeuwige leven te krijgen als ze in Jezus geloven."

19. Na de dood van Stefanus werden de gelovigen vervolgd. Daardoor raakten ze verspreid tot aan Fenicië, Cyprus en Antiochië. Maar ze vertelden alleen aan Joden het woord van God.

20. Maar er waren onder hen ook een paar mannen van Cyprus en uit Cyréne. Toen zij in Antiochië gekomen waren, vertelden ze ook aan de Grieken over de Heer Jezus.

21. En de Heer was met hen. Daardoor ging een groot aantal Grieken in de Heer geloven.

22. Dat werd bekend in de gemeente van Jeruzalem. Toen stuurde de gemeente Barnabas naar Antiochië.

23. Daar zag hij hoe liefdevol en goed God was voor de niet-Joodse mensen die in Jezus waren gaan geloven. Hij was daar erg blij over. Hij moedigde hen aan om trouw te blijven aan de Heer.

24. Want Barnabas was een goed man, vol van de Heilige Geest en vol geloof. En heel veel mensen gingen in de Heer geloven.

25. Barnabas vertrok naar Tarsus om Saulus te zoeken. Toen hij hem gevonden had, bracht hij hem naar Antiochië.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 11