Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 10:9-18 BasisBijbel (BB)

9. De volgende dag kwamen de drie mannen in de buurt van de stad. Op dat moment was Petrus op het dak aan het bidden. Het was ongeveer twaalf uur 's middags.

10. Hij kreeg honger en wilde graag eten. Terwijl het eten voor hem werd klaargemaakt, zag hij iets vreemds gebeuren. Het leek alsof de hemel openging.

11. En er kwam iets uit de hemel naar beneden. Het leek op een groot tafellaken dat aan de vier hoeken naar beneden gelaten werd.

12. Er zaten allerlei dieren in: grote dieren, kleine kruipende dieren en vogels.

13. En een stem zei tegen hem: "Kom Petrus, slacht en eet!"

14. Maar Petrus zei: "Nee, echt niet, Heer! Ik heb nog nooit iets gegeten wat niet heilig of niet rein is."

15. Voor de tweede keer sprak de stem en zei: "Als God van iets gezegd heeft dat het rein is, mag jij niet zeggen dat het onrein is!"

16. Dit gebeurde drie keer. Daarna werd het kleed weer opgetrokken, de hemel in.

17. Petrus vroeg zich af wat het betekende. Intussen kwamen de mannen van Cornelius bij het huis aan. Ze hadden naar het huis van Simon gevraagd en stonden nu bij de deur.

18. Ze hadden iemand geroepen en vroegen of er ook een Simon Petrus logeerde.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 10