Oude Testament

Nieuwe Testament

Filippenzen 4:11-23 BasisBijbel (BB)

11. Dat zeg ik niet omdat ik ergens tekort aan zou hebben. Want ik heb geleerd om altijd genoeg te hebben, wát er ook gebeurde.

12. Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. Ik heb echt alles meegemaakt. Ik heb geleerd wat het is om genoeg te eten te hebben en ik heb geleerd wat het is om honger te hebben. Ik heb geleerd wat overvloed is en ik heb geleerd wat gebrek is.

13. Ik kan alle dingen aan, dankzij Christus die mij kracht geeft.

14. Toch was het goed dat jullie mij hebben geholpen toen ik het moeilijk had.

15. Toen ik nog maar pas begonnen was met het brengen van het goede nieuws, heeft na mijn vertrek uit Macedonië geen één gemeente mij geld gegeven. Alleen jullie. Dat weten jullie wel.

16. Want ook toen ik in Tessalonika was, hebben jullie mij twee keer geld gestuurd.

17. Toch gaat het mij niet om het geschenk. Het gaat mij er om dat jullie er een grote [ hemelse ] beloning voor zullen krijgen.

18. Ik heb alles ontvangen. Ik heb meer dan genoeg nu ik van Epafroditus het geld heb gekregen dat jullie hebben gestuurd. God is erg blij met dat geschenk. Het is als een offer aan Hem.

19. Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom.

20. Alle eer is voor onze God en Vader, voor eeuwig! Amen! Zo is het!

21. Doe de groeten aan alle mensen die in Jezus Christus geloven. Jullie krijgen de groeten van de broeders die bij mij zijn.

22. Jullie krijgen ook de groeten van alle gelovigen hier. Vooral van de gelovigen die bij het hof van de keizer horen.

23. Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn.

Lees verder hoofdstuk Filippenzen 4