Oude Testament

Nieuwe Testament

Efeziërs 1:3-13 BasisBijbel (BB)

3. Ik ben de God en Vader van onze Heer Jezus Christus heel dankbaar. Want Hij heeft ons in Christus alle geweldige geestelijke dingen gegeven die er in de hemelse plaatsen zijn.

4. Want al voordat Hij de wereld maakte, heeft Hij ons uitgekozen. Hij wilde dat we bij Hem zouden horen en dat we in Hem volmaakt zouden zijn. Hij houdt heel erg veel van ons.

5. Daarom wilde Hij dat we door Jezus Christus zijn kinderen zouden worden. Hij had dat van tevoren al besloten. Want dat is wat Hij graag wil.

6. Want als we zijn kinderen zijn, zullen we God ervoor prijzen dat Hij zo geweldig goed voor ons is. Hij gaf ons zijn Zoon, van wie Hij heel veel houdt. Daarmee heeft God laten zien hoe goed Hij voor ons is.

7. Want door het bloed van zijn Zoon heeft Hij ons gered. Door zijn bloed kon Hij ons vergeven dat we Hem ongehoorzaam waren. Hij deed dat niet omdat we dat verdiend hadden, maar omdat Hij zoveel van ons houdt.

8. Bovendien was Hij zo goed ons zijn wijsheid te geven.

9. Want Hij heeft ons laten weten wat zijn goddelijke plan met Christus was.

10. Dat plan was om, vóór het eind van de tijd gekomen is, Jezus tot het Hoofd te maken van alles wat in de hemel en op de aarde is.

11. En God doet altijd wat Hij van plan is. En samen met Jezus Christus hebben wij ook de erfenis gekregen die God ons altijd al heeft willen geven.

12. Wij [ Joden ] hebben heel lang gewacht op de komst van Christus. En nu Christus is gekomen, prijzen we God dat Hij zo geweldig goed is.

13. Jullie hebben het woord van de waarheid, het goede nieuws, óók geloofd. Daardoor horen jullie nu óók bij Hem. Omdat jullie in Hem geloven, heeft Christus als het ware ook op jullie zijn 'eigendomsstempel' gezet. Dat 'stempel' is de Heilige Geest die God aan jullie heeft gegeven. God had beloofd dat Hij zijn Geest aan ons zou geven, en dat heeft Hij ook gedaan.

Lees verder hoofdstuk Efeziërs 1