Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Timoteüs 4:17-22 BasisBijbel (BB)

17. Maar de Heer heeft mij geholpen en mij kracht gegeven. Daardoor heb ik het goede nieuws duidelijk aan de niet-Joodse mensen kunnen vertellen. En de Heer heeft me gered: ik ben niet [ in de arena ] voor de leeuwen gegooid.

18. De Heer zal me altijd beschermen tegen elke aanval van de duivel. Hij zal me veilig in zijn hemelse Koninkrijk brengen. Voor Hem is alle eer, voor eeuwig! Amen! Zo is het!

19. Doe de groeten aan Priscilla en Aquila. Ook aan het gezin van Onesiforus.

20. Erastus is in Korinte gebleven. Trofimus moest ik ziek in Milete achterlaten.

21. Doe je best om vóór de winter naar mij toe te komen. Je moet de groeten hebben van Eubulus, Pudens, Linus, Klaudia en alle broeders en zusters.

22. Ik bid dat de Heer Jezus Christus je zal helpen en dat Hij in alles goed voor jullie allemaal zal zijn.

Lees verder hoofdstuk 2 Timoteüs 4