Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Korintiërs 8:1-7 BasisBijbel (BB)

1. Broeders en zusters, verder willen we jullie vertellen hoe goed God voor de gemeenten in Macedonië is geweest.

2. De gemeenten daar worden erg vervolgd. Toch zijn ze heel erg blij. Daardoor hebben ze heel veel gegeven, ook al zijn ze erg arm.

3. Want geloof me, ze hebben zoveel gegeven als ze konden. Zelfs meer dan ze konden missen.

4. Ze wilden heel erg graag dat we een geschenk van hen zouden meenemen voor de gelovigen [ in Jeruzalem ].

5. En ze gaven op een manier die we niet hadden durven verwachten: ze gaven zichzelf. Eerst aan de Heer, en toen door de wil van God ook aan ons.

6. Titus was al begonnen om ook bij jullie een geschenk te verzamelen. En nu hebben we hem gevraagd om dat af te maken.

7. Jullie zijn in alles een voorbeeld [ voor de andere gemeenten ]: in geloof, in spreken, in kennis, in ijver en in liefde voor ons. Wees daarom ook met dit geschenk een voorbeeld voor anderen.

Lees verder hoofdstuk 2 Korintiërs 8