Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Korintiërs 6:13-18 BasisBijbel (BB)

13. Doe hetzelfde als ik: houd net zoveel van mij, als ik van jullie. Ik houd van jullie alsof jullie mijn eigen kinderen zijn. Daarom zeg ik jullie deze dingen.

14. Sluit geen enkel verbond met ongelovigen. Want waarin lijken goed en kwaad op elkaar? Of waarin lijkt het licht op het donker?

15. Waarin lijkt Christus op de duivel, of waarin lijkt een gelovige op een ongelovige?

16. Wat heeft de tempel van God met de afgoden te maken? [ Niets. ] Vergeet niet dat jullie de tempel van de levende God zijn. Dat heeft God gezegd [ in de Boeken ]: "Ik zal bij hen wonen en bij hen zijn. En Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.

17. Daarom moeten jullie anders zijn dan de ongelovigen, zegt de Heer. Doe niet langer met hen mee. Wees niet meer ongehoorzaam aan Mij, zoals zij.

18. Dan zal Ik jullie als mijn kinderen aannemen. Dan zal Ik jullie Vader zijn. En jullie zullen mijn zonen en dochters zijn, zegt de Heer, de Almachtige God." (lees verder)

Lees verder hoofdstuk 2 Korintiërs 6