Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Korintiërs 12:7-12 BasisBijbel (BB)

7. De duivel wil niet dat ik te veel verbeelding krijg door de dingen die de Heer mij heeft laten zien. Daarom heeft hij een 'scherpe doorn' in mijn lichaam gestoken. Met die 'doorn' bedoel ik een duivelse geest die mij met zijn vuisten stompt. Hij probeert mij klein te krijgen.

8. Drie keer heb ik aan de Heer gevraagd om mij hiervan te bevrijden.

9. Maar Hij zei tegen mij: "Je hebt genoeg aan mijn liefdevolle goedheid. Want mijn kracht kan pas helemaal zichtbaar worden als jij zelf zwak bent." Daarom zal ik maar al te graag opscheppen over de dingen waarin ik zwak ben. Want door die dingen is de kracht van Christus in mij te zien.

10. Daarom ben ik blij met alle moeilijkheden, beledigingen, problemen, vervolging en ellende die ik meemaak omdat ik in Christus geloof. Want pas als ik zwak ben, ben ik sterk [ in de kracht van God ].

11. Nu heb ik opgeschept als iemand die zijn verstand kwijt is. Dat is jullie schuld, want eigenlijk hadden júllie mij moeten prijzen [ en niet ikzelf ]. Jullie hebben zelf gezien dat ik niets minder ben dan die 'geweldige' boodschappers van God, ook al ben ik helemaal niemand.

12. Want ik ben een echte boodschapper van God. Dat kunnen jullie zien aan al het geduld dat ik altijd heb gehad, wát er ook gebeurde. Ook aan alle wonderen die de Heer bij jullie heeft gedaan.

Lees verder hoofdstuk 2 Korintiërs 12