Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Timoteüs 5:4-18 BasisBijbel (BB)

4. Maar als een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, moeten díe eerst aan hun eigen familie laten zien dat ze gelovigen zijn [ en dus voor haar zorgen ]. Door voor de oude mensen in hun familie te zorgen, bedanken ze de oude mensen voor wat deze vroeger voor hén hebben gedaan. Want dat wil God graag.

5. Een echte weduwe, dus één die helemaal alleen is, vertrouwt helemaal op God en bidt dag en nacht tot Hem.

6. Maar een weduwe die er maar op los leeft, is levend dood.

7. Leer ook deze dingen aan de mensen. Dan kunnen ze op de goede manier leven, zoals God het wil.

8. Maar als iemand niet voor zijn familie wil zorgen, niet eens voor de familieleden die bij hem in huis wonen, dan is hij geen echte gelovige. Hij is zelfs nog erger dan een ongelovige.

9. De volgende weduwen mag je opnemen in de groep die door de gemeente verzorgd wordt: vrouwen van 60 jaar of ouder die met maar één man getrouwd zijn geweest.

10. Er moet van hen bekend zijn dat ze hun kinderen goed hebben opgevoed, dat ze gastvrij zijn geweest, dat ze de gelovigen hebben gediend, dat ze mensen in moeilijkheden hebben geholpen en voor iedereen goed zijn.

11. Maar jonge weduwen moet je niet in die groep opnemen. Want als hun liefde voor Christus minder wordt, willen ze trouwen.

12. Dan zijn ze schuldig, omdat ze hun eerdere belofte aan Christus hebben verbroken.

13. Maar ook zullen ze gauw lui worden, doordat ze niets te doen hebben. Dan wennen ze eraan om bij iedereen op visite te gaan. Dat is niet het ergste, maar daar houden ze zich alleen maar bezig met kletspraat en geroddel en met praatjes over dingen waar je niet over hoort te praten.

14. Daarom wil ik dat jonge weduwen weer trouwen, kinderen krijgen en voor hun huis en hun gezin zorgen. Dan geven ze de tegenstanders van het geloof geen kans om slechte dingen van hen te zeggen.

15. Want een paar van hen hebben het geloof al verlaten en zijn de duivel achterna gegaan.

16. Als een gelovige man of vrouw weduwen in de familie heeft, moet hij of zij zelf voor hen zorgen. Dan hoeft de gemeente dat niet te doen. Dan kan de gemeente voor de weduwen zorgen die dat werkelijk nodig hebben [ omdat ze helemaal geen familie hebben ].

17. Leiders in de gemeente die op een goede manier leiding geven, hebben recht op veel respect [ en op een goed loon ]. Vooral de leiders die de mensen het goede nieuws vertellen en die lesgeven in het woord.

18. Want de Boeken zeggen: 'Je mag een os die in de oogst werkt, geen muilkorf omdoen. [ Hij moet onder het werken kunnen eten. ]' En er staat ook: 'Een arbeider heeft er recht op om beloond te worden voor zijn werk.'

Lees verder hoofdstuk 1 Timoteüs 5