Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Tessalonicenzen 4:1-9 BasisBijbel (BB)

1. Verder, broeders en zusters, moedigen we jullie namens de Heer Jezus aan om te leven op de manier die we jullie hebben geleerd. Want dat is de manier waar God blij mee is. Jullie doen dat al, maar jullie moeten proberen om dat steeds méér te doen.

2. Want jullie weten welke leefregels we namens de Heer Jezus aan jullie hebben gegeven.

3. God wil dat jullie leven op een manier die bij Hem past.

4. Hij wil daarom dat jullie geen verkeerde dingen meer doen op het gebied van seks, maar dat jullie allemaal op een zuivere en heilige manier met jullie lichaam omgaan.

5. Jullie mogen er niet maar op los leven, zoals de mensen doen die God niet kennen.

6. Jullie mogen je broeders en zusters niet slecht behandelen of bedriegen in deze dingen. Want we hebben jullie vroeger al duidelijk gezegd dat de Heer de mensen voor zulke dingen zal straffen.

7. God heeft ons niet geroepen om er maar op los te leven, maar om te leven zoals Hij het wil.

8. Als jullie hierin niet naar mij willen luisteren, zijn jullie niet ongehoorzaam aan een mens, maar aan God Zelf, die ons zijn Heilige Geest heeft gegeven.

9. Ik hoef jullie niet meer te schrijven dat jullie van je broeders en zusters in Tessalonika moeten houden. Want dat hebben jullie zelf al van God geleerd.

Lees verder hoofdstuk 1 Tessalonicenzen 4