Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Petrus 2:9-15 BasisBijbel (BB)

9. Maar jullie zijn door God uitgekozen. Jullie zijn een uitgekozen volk, een koninkrijk van priesters, een volk dat bij God hoort en dat zijn eigendom is. Jullie zijn uitgekozen om de mensen te vertellen van de geweldige dingen die God heeft gedaan. Hij heeft jullie uit het donker geroepen om in zijn heerlijke licht te komen leven.

10. Vroeger waren jullie zijn volk niet, maar nu zijn jullie Gods volk. Eerst was er geen vergeving voor jullie ongehoorzaamheid, maar nu heeft God jullie al je ongehoorzaamheid vergeven.

11. Lieve broeders en zusters, de verlangens van jullie oude 'ik' zijn gevaarlijk voor jullie. Daarom zeg ik jullie dat je er niet naar moet luisteren. Want jullie zijn vreemdelingen op aarde. [ Jullie moeten dus niet dezelfde dingen doen als de ongelovige mensen. ]

12. Maar gedraag je goed tussen de mensen die niet in Jezus geloven. Zij zullen jullie wel beschuldigen van allerlei dingen die helemaal niet waar zijn. Maar als ze letten op de goede dingen die jullie doen, zullen ze God prijzen als Hij op een dag naar hen toe komt.

13. Wees gehoorzaam aan alle mensen die regeren, omdat de Heer dat wil. Wees dus gehoorzaam aan de [ Romeinse ] keizer als hoogste heerser.

14. Maar wees ook gehoorzaam aan de andere bestuurders. Zij zijn door de keizer aangewezen om slechte mensen te straffen en om mensen die goed leven, te prijzen.

15. Want als jullie gehoorzaam zijn, zullen de onverstandige mensen die niets van het goede nieuws weten, jullie nergens van kunnen beschuldigen. En dat is wat God wil.

Lees verder hoofdstuk 1 Petrus 2