Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korintiërs 7:7-11 BasisBijbel (BB)

7. Ik zou best willen dat iedereen [ ongetrouwd ] was zoals ik. Maar ieder mens krijgt van God zijn eigen gave. De één krijgt de gave om te trouwen, de ander de gave om níet te trouwen.

8. Maar tegen de ongetrouwde mensen en de weduwen zeg ik: het is goed om zoals ik ongetrouwd te blijven.

9. Maar als je dat te moeilijk vindt, is het beter om te trouwen. Want het is beter om te trouwen, dan om niet te trouwen en aldoor aan niets anders dan seks te kunnen denken.

10. Maar aan de mensen die getrouwd zijn, geeft de Heer het bevel (niet ik) dat een vrouw niet van haar man mag scheiden.

11. Als ze dat toch doet, moet ze verder ongetrouwd blijven, óf weer teruggaan naar haar man en het met hem goedmaken. En een man mag niet scheiden van zijn vrouw.

Lees verder hoofdstuk 1 Korintiërs 7