20. aan het hoofd van het leger van de stam der Gadieten stond Eljasaf, de zoon van Reüel.
21. Daarna braken de Kehatieten op, die het heilige droegen; men richtte de tabernakel op, voordat zij kwamen.
22. Dan brak het vendel van de legerplaats der Efraïmieten op volgens hun legerscharen; aan het hoofd van het leger van Efraïm stond Elisama, de zoon van Ammihud;