9. Hij doet grote, ondoorgrondelijke dingen,wonderen zonder tal.
10. Hij geeft de regen op de aarde,en giet water uit over de velden.
11. Hij verheft geringen tot hoge staat,en treurenden verkrijgen krachtige hulp.
12. Hij verbreekt de raadslagen der listigen,en hun handen richten niets deugdelijks uit.