20. Gij overweldigt hem voor altijd en hij gaat heen,Gij verandert zijn gelaat en zendt hem weg.
21. Zijn zonen mogen tot ere komen, maar hij weet het niet;of komen zij tot lage staat, hij bemerkt niets van hen.
22. Slechts over hemzelf lijdt zijn vlees smart,en zijn ziel treurt over hemzelf.