11. Scherpt de pijlen, vat de schilden! De Here heeft de geest der koningen van Medië opgewekt, want tegen Babel is zijn plan om het te verdelgen; want dit is de wraak des Heren, de wraak voor zijn tempel.
12. Heft tegen Babels muren de banier op, versterkt de wacht, zet wachten uit, legt mannen in hinderlagen; want hetgeen de Here heeft besloten, dat volvoert Hij ook: hetgeen Hij over de inwoners van Babel gesproken heeft.
13. Gij, die aan grote wateren woont, die groot zijt van schatten, uw einde is gekomen, de maat, waarop gij afgesneden wordt.