15. Hieraan zult gij getoetst worden: zowaar Farao leeft, gij zult vanhier niet weggaan, tenzij uw jongste broeder hierheen komt.
16. Zendt één van u om uw broeder te halen, maar gij zult gevangen blijven; zo zullen uw woorden getoetst worden, of gij waarheid spreekt; maar indien niet, zowaar Farao leeft, dan zijt gij verspieders.
17. En hij zette hen gezamenlijk drie dagen lang in hechtenis.