34. Daar zullen de priester Sadok en de profeet Natan hem tot koning over Israël zalven; blaast dan op de bazuin en roept: Leve koning Salomo!
35. Trekt dan achter hem op en laat hij binnenkomen en op mijn troon gaan zitten; hij namelijk moet koning worden in mijn plaats; hem heb ik bestemd tot vorst over Israël en Juda.
36. En Benaja, de zoon van Jojada, antwoordde de koning: Amen, zo bevestige de Here de woorden van mijn heer de koning!
37. Zoals de Here geweest is met mijn heer de koning, zo zij Hij ook met Salomo; Hij make diens troon groter dan de troon van mijn heer koning David.