1. En toen zij dicht bij Jeruzalem kwamen, bij Betfage en Betanië aan de Olijfberg, zond Hij twee van zijn discipelen uit,
2. en zeide tot hen: Gaat naar het dorp, dat tegenover u ligt, en terstond, als gij er binnenkomt, zult gij een veulen vastgebonden vinden, waarop nog nooit een mens heeft gezeten; maakt het los en brengt het hier.
3. En indien iemand tot u zegt: Wat doet gij daar? zegt dan: De Here heeft het nodig en terstond zendt Hij het weder hierheen.