6. En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij:En Hem moeten alle engelen Gods huldigen.
7. En van de engelen zegt Hij:Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam;
8. maar van de Zoon:Uw troon, o God, is in alle eeuwigheiden de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap.